De bezwaren op de Isra en Miraj en de antwoorden daarop
In deze tijd zijn er vele bezwaren op de Isra en Miraj. Wat houdt dit in? We beginnen met een korte uitleg. Rajab is de maand waarin de nachtelijke reis van onze geliefde Profeet Muhammad ﷺ centraal staat. Ondanks dat de berichtgeving omtrent de nachtelijke reis alom in de islamitische wereld erkend is, zijn er modernisten die het miraculeuze voorval omschrijven als een hallucinatie en fictie. De reis van de nobele Profeet Muhammad ﷺ is niet zomaar een reis maar het betreft een wonder, waarin hij ﷺ in een kort moment van de nacht een reis was laten ondergaan van de heilige moskee (te Makkah) naar de Aqsa moskee (al-Israa’), en vandaar naar de hemelen tot waar Allah dat wou (Mi’raaj). In de waan dat zoiets onmogelijk is voor een mens en dat zoiets het verstand overstijgt, proberen modernisten teksten van de Quran tegen te spreken. Helaas begrijpen deze personen niet [wat voor implicaties zo een stelling met zich meebrengt en] hoe het voorval is bewezen vanuit de islamitische bronnen. Vanwege de recente heisa, reageert de Dar al-Ifta van Al-Azhar op de sceptici als volgt:
Het is van noodzakelijk belang dat een gelovige voorkomt dat hij enig argwaan heeft over de reis van de Isra en Miraj, namelijk de reis die de nobele Profeet Muhammad ﷺ was laten ondergaan in een klein moment van de nacht. Het debat die hierover recent ontstaan is, heeft meer de vorm van een seizoensgebonden debat, [welke ontstaat wanneer grote groepen moslims deze gezegende gebeurtenis herdenken en de nobele Profeet ﷺ herdenken.] Dit is zo ondanks dat de vaststelling van de Isra en Miraj middels islamitisch wetenschappelijke- en onderzoeksmethode is vast komen te staan.
Het zou beter zijn voor de sceptici om in plaats van deze wonderbaarlijke reis van de Profeet ﷺ in twijfel te trekken, daarvoor in de plaats lessen en wijsheden uit te trekken. [Belangrijke lessen waar de moslim vandaag wat aan heeft in hun moeilijk bestaan als een minderheid] zoals hopen en vertrouwen hebben op de overwinning afkomstig van Allah, het ondernemen van acties en daden om een specifiek doel te bereiken. Ondanks de grote ontberingen en onmogelijkheden die de nobele Profeet ﷺ ondervond, bleef hij ﷺ rotsvast vertrouwen hebben op Allah en stond hij ﷺ positief ten opzichte van wat hem ﷺ nog te wachten stond.
De Dar Al-Iftaa van Al-Azhar verklaart hierover:
De kritiek van de ontkenners over de Isra en Mi’raj gaat in hoofdlijnen over twee kwesties:
- De vraag of dit wonder werkelijk heeft plaatsgevonden.
- Wanneer het heeft plaatsgevonden.
Het plaatsvinden van de Isra en Miraj
Wat betreft het plaatsvinden van de Isra, namelijk de reis van de Haram naar de Aqsa moskee, heeft dit zonder enig twijfel plaatsgevonden. Dit is omdat de Quran hoogstpersoonlijk met expliciete woorden ons daarover heeft bericht, [het is daarom doorslaggevend en niet vatbaar voor een andere interpretatie (Qat’iyy)]. Het is derhalve niet toegestaan voor een moslim om het maar ook een beetje te ontkennen.[1]
Allah de almachtige vermeldt hier namelijk over:
سُبْحَانَ الَّذِي أَسْرَىٰ بِعَبْدِهِ لَيْلًا مِّنَ الْمَسْجِدِ الْحَرَامِ إِلَى الْمَسْجِدِ الْأَقْصَى الَّذِي بَارَكْنَا حَوْلَهُ لِنُرِيَهُ مِنْ آيَاتِنَا ۚ إِنَّهُ هُوَ السَّمِيعُ الْبَصِيرُ“Rein van elke tekortkoming is Hij, die Zijn dienaar (‘Abd) in een gedeelte van de nacht een reis liet maken van de heilige moskee naar de Aqsa moskee; waarvan Wij de omgeving gezegend hebben om hem iets van Onze tekenen te tonen. Voorzeker Hij is de alhorende, de alziende.” [al-Israa’: 1].
Met ‘Zijn dienaar’ wordt onze geliefde Profeet Mohammed ﷺ bedoeld. Deze vers geeft een expliciet bewijs aan van de Isra.
Wat betreft het bewijs van de Hemelvaart (Mi’raj), hierover heeft Allah de Verhevene het volgende vermeld:
وَلَقَدْ رَءَاهُ نَزْلَةً أُخْرَىٰ – عِندَ سِدْرَةِ ٱلْمُنتَهَىٰ – عِندَهَا جَنَّةُ ٱلْمَأْوَىٰٓ – إِذْ يَغْشَى ٱلسِّدْرَةَ مَا يَغْشَىٰ – مَا زَاغَ ٱلْبَصَرُ وَمَا طَغَىٰ – لَقَدْ رَأَىٰ مِنْ
ءَايَٰتِ رَبِّهِ ٱلْكُبْرَىٰٓ -
En voorzeker, hij zag het Spektakel nogmaals, bij de lotusboom van de eindbestemming. Vlakbij de tuin van de [hemelse] verblijfplaats. Toen de lotusboom verhuld werd met wat hem verhulde. Zijn zicht week niet, noch passeerde het zijn grens. Voorzeker zag hij de grootste tekenen van zijn Heer. [al-Najm 13-18]
Met zicht in de bovenstaande vers wordt het zicht van onze meester Mohammed ﷺ bedoeld waarmee hij ﷺ de aartsengel Gabriël aanschouwde tijdens de hemelvaart. [Volgens een andere overlevering wordt hiermee het aanschouwen van Allah bedoeld (al-Nawawi). Deze voorrecht in deze dimensie is slechts geschonken aan de nobele Profeet Muhammad ﷺ.]
De Dar Al-Iftaa van Al-Azhar verduidelijkte in zijn fatwa:
De meerderheid van de geleerden zijn het erover eens dat de Israa’ plaatsvond met lichaam en ziel, omdat de Quran het als zodanig heeft verklaard. Dit wordt begrepen uit de Woorden van Allah: bi-‘Abdihi بِعَبْدِهِ, namelijk door ” Zijn dienaar”. Het woord ‘Abd, wat staat voor dienaar, wordt alleen gebruikt om te verwijzen naar een samenstelling van ziel en lichaam. [Het woord wordt dus niet gebruik om alleen de ziel aan te duiden.]
Wat betreft de Mi’raj, namelijk de reis van de Aqsa moskee naar de hemelen tot waar Allah dat Wilde, zijn de meerderheid van de islamitische onderzoekers van mening dat de Hemelvaart plaatsvond met lichaam en ziel, in een staat van wakker zijn, in een korte gedeelte van de nacht.[2]
Er zijn enkele geleerden die van mening zijn dat de Mi’raj slechts plaatsvond in zielvorm of in de dimensie van de droom. Echter wordt er niet uitgegaan van deze mening, noch wordt er daarop geleund, omdat Allah de Almachtige bij machte is om de Profeet ﷺ met lichaam en ziel te doen stijgen naar de hemelen; zoals dat het geval was met de Isra namelijk met lichaam en ziel. Een ander ondersteunend bewijs voor deze opinie is, dat toen de nobele Profeet ﷺ de Arabieren informeerde omtrent zijn ﷺ wonderbaarlijke reis, de Arabieren zich uitspraken van ongeloof en verbazing. Dit is alleen een kwestie van verbazing als het gaat om een reis met lichaam en ziel. Zou het slechts een droom geweest zijn, dan zou het niet iets zijn wat voor de algemene mens een zaak voor verbazing zorgt daar eenieder de meest onnatuurlijke zaken kan dromen.
De Dar al-Ifta van Al-Azhar voegt eraan toe:
Wat betreft de ontkenning door de sceptici dat het ondernemen van de Isra en Mi’raj tegenstrijdig is met het menselijk vermogen, dan is het antwoord hierop dat de nobele Profeet ﷺ nimmer heeft beweert dat hij ﷺ deze reis zelf heeft ondernomen, namelijk zonder de voorziening van Allah. Maar de hele reis was juist vanwege en met de Gunst en Genade van Allah. Het was dus Allah Die Zijn dienaar de reis liet ondernemen. Dit is tevens waarom de nobele Profeet ﷺ nimmer verklaarde dat hij ﷺ zelf reisde. [Maar zoals in de Quran is voorgekomen, heeft Allah de nobele Profeet ﷺ de reis laten ondernemen als teken van een wonder.]
Een andere reden om deze gebeurtenis te accepteren is, dat deze gebeurtenis totaal niet in tegenspraak is met het vermogen van Allah. [Allah die vanuit het niets de hemelen en aarde schiep, leven daarin tot stand bracht met alle complexe systemen en ordes daarin, is zeker in staat een dienaar in een kort moment van de nacht een reis te laten ondernemen.] Sterker nog we [accepteren zoiets al voor] vele zaken in andere gestaltes en vormen die we als normaal en voor lief nemen. Denk maar aan het fenomeen elektronen, deeltjes met haast lichtsnelheid en informatiestromen: we zijn in staat een email, bericht en fax in een seconde te versturen naar de andere kant van de wereld. [Terwijl deze zaken allen ook een lichaam en massa kennen. Ook deze massa’s, hoe klein dan ook, zijn allen schepselen van Allah die in staat zijn gesteld om zulke afstanden in een mum van tijd af te leggen. Dat de nobele Profeet ﷺ in staat werd gesteld om dit in een korte tijd van de nacht te ondergaan is relatief ten op zichte van de schepping. Het aspect van tijdrelativering is een bewezen wetenschappelijke feit, waarbij een object in een specifieke situatie en omstandigheid een andere tijdsbeleving ondergaat ten opzichte van andere objecten. Het behoeft slechts de “Kun” (scheppingskunst) van Allah om gerealiseerd te worden. Myk]
Wanneer de Miraj plaatsvond
Met betrekking tot de vraag wanneer de Isra en Miraj plaatvond, verklaart de Dar Al-Iftaa van Al-Azhar het volgende:
Het vaststellen van de Isra en Mi’raj op de 27ste van Rajab, is overgeleverd door een overvloed aan grootgeleerden van de islam en is het uitgangspunt van een groep islamitische onderzoekers. Dit is hetgeen waar de voorgaande en navolgende generaties van geleerden en volkeren zich hielden als uitgangspunt in hun onderzoek. Los hiervan is het praktijk van geleerden en volkeren om deze dag te herdenken op de 27ste van Rajab een ondersteunend bewijs die deze mening sterker maakt.
[Lees voor de onderbouwing hiervan het volgende artikel van de hoofdmoeftie van Egypte:
Dit artikel weerlegt ook de uitspraak van de Salafisten die grote groepen mensen en geleerden door de eeuwen heen als innovators verklaren. Ondanks enkele geleerden het praktijk op de 27ste van Rajab bekritiseren, is het niet toegestaan dit te misbruiken en is een zulks fatwa niet correct om uit te vaardigen. Myk]
De Dar Al-Iftaa van Al-Azhar roept op om de twijfels van de sceptici waar mogelijk te vermijden, er geen aandacht aan te schenken, maar deze speciale nacht die de moslims herdenken in stand te houden wanneer het zich voordoet en de mensen te doen herdenken aan de wijze lessen van deze grootse wonder van de nobele Profeet ﷺ, zoals vertrouwen hebben in de overwinning van Allah, bouwen op Hem, het overlaten van zaken aan Hem, jezelf overgeven aan Zijn wijsheid en het ondernemen van acties tot het behalen van een specifiek doel. De grootste les in deze kwestie is het blijven hopen op verlichting ondanks de moeilijkheden, het hebben van vertrouwen en hoop op de toekomst. Men dient te begrijpen dat na moeilijkheden en beproeving de gunsten volgen, door hard en stevig te blijven inzetten voor de waarheid om later de vruchten van hard werk en geduld te oogsten. Voorzeker is Allah de Verhevene de Begunstiger en is Hij met de geduldige.
Lees ook:
[1] [De Hanafitische jurist Sh. Naeemuddin al-Muradabadi rh. vermeldt hierover dat het ontkennen van dit bericht uit de Quran derhalve iemand een ongelovige maakt. Wat betreft de details en hoedanigheid daarvan is dit een andere kwestie. Myk]
[2] De Hanafi jurist Sh. Naeemuddin al-Muradabadi rh. vermeldt hierover dat wat betreft de reis door de hemelen en het naderen van de plek van uiterste nabijheid bewezen is vanuit de Ahadith die betrouwbaar en Sahih zijn en de graad van Mashoer bereikt welke de graad van Tawatur nadert. Iemand dit dit aspect van de reis ontekent is een dwalende.